Autisme is voor iedereen anders, maar hoewel het er bij iedereen anders uit ziet hebben veel kinderen en jongeren met autisme last van overprikkeling. Overprikkeling is simpelweg als er teveel prikkels binnenkomen die niet meer verwerkt kunnen worden. Kinderen en jongeren met autisme hebben hier meer last van dan anderen, omdat de prikkelverwerking bij hen anders gaat. In dit artikel leg ik uit hoe deze prikkelverwerking anders gaat bij kinderen en jongeren met autisme en geef ik natuurlijk ook wat tips om overprikkeling te voorkomen.
Prikkelverwerking
Een voorbeeld dat ik altijd graag gebruik om de prikkelverwerking bij autisme uit te leggen gaat als volgt. Stel je loopt een woonkamer van een vriend binnen. Hij is net verhuisd, dus alles wat je ziet is nieuw. Je kijkt om je heen en ziet o.a. een bank, een boekenkast, een salontafel, een grote tv en een eettafel met stoelen. Dit alles zie je in een paar seconden en waarschijnlijk zie je het allemaal terwijl je naar de bank loopt om te gaan zitten. Voor iemand met autisme kan deze situatie heel anders gaan. Ze komen binnen en blijven even staan om alles op te nemen, want zij zien is namelijk: een boek, een boek, een fotolijst, een tijdschrift, een beeldje van een uil die grappig kijkt, een boek, een boek, een cd, een dvd en ga zo maar door. Mensen zonder autisme zien het gehele plaatje, terwijl mensen met autisme de details zien. Mensen zonder autisme filteren constant de informatie die binnenkomt; het is niet relevant om te onthouden welke boeken er in de boekenkast van je vriend staan, maar het is wel relevant om te weten waar de bank staat zodat je lekker kan neerploffen. Bij kinderen en jongeren met autisme werkt deze filtering een stuk minder streng; In plaats van een zeef hebben zij een vergiet als filter waar bijna alles doorkomt en wordt opgeslagen als informatie. Nu heb ik het in dit voorbeeld over beelden die binnenkomen, maar hetzelfde gebeurt bij geluid, gevoel, smaak en ga zo maar door. In plaats van een te slappe filter, kunnen kinderen en jongeren met autisme ook een te strenge filter hebben en juist bijna alles buitensluiten. De prikkelverwerking gaat in ieder geval bij kinderen en jongeren met autisme anders dan bij anderen en als er teveel prikkels binnenkomen kan dit leiden tot overprikkeling.
Kort samengevat: kinderen en jongeren met autisme hebben moeite met het filteren van binnenkomende prikkels zoals geluid en beeld. Ze filteren de binnenkomende informatie te veel of te weinig en dit kan soms zorgen voor overprikkeling.
Overprikkeling voorkomen
Met de bovenstaande informatie is het al vrij simpel om te bedenken hoe je deze overprikkeling kan voorkomen. Door het aantal prikkels te verminderen, natuurlijk. Voordat je dit doet is het wel belangrijk om te weten voor wat voor prikkels jouw zoon of dochter gevoelig is. Sommige kinderen en jongeren met autisme hebben heel veel last van geluid, terwijl anderen hier weinig tot geen last van hebben. Het heeft natuurlijk weinig nut om geluid te verminderen terwijl jouw zoon of dochter veel meer last heeft van een niet opgeruimde omgeving. Enkele tips die sowieso zorgen voor minder prikkels zijn:
- Een opgeruimd en overzichtelijk huis
- Een vaste structuur
- Een week- of dag overzicht op een logische plaats in huis
- Niet teveel agenda punten op één dag
- Zo min mogelijk harde geluiden
- Geen geluiden door elkaar (geen radio en tv tegelijk aan)
- Niet teveel mensen tegelijk bij elkaar
- Eén vraag of opdracht per zin (niet: trek je schoenen uit, ga je handen wassen en eet daarna je brood. Maar: trek je schoenen uit. Goed zo, was nu je handen. Klaar? Ga maar zitten en eet je brood.)
- Niet teveel keuzes geven
Wat te doen bij overprikkeling
Soms is overprikkeling niet te voorkomen door bijvoorbeeld onverwachte herrie in de buurt (heggen die worden gesnoeid bijvoorbeeld) of door onvermijdelijke situaties zoals een druk kruispunt dat toch echt overgestoken moet worden. Probeer samen met jouw zoon of dochter op te letten op signalen die overprikkeling aangeven. Bijvoorbeeld heel stil worden of juist heel druk en beweeglijk worden. In het begin zal je hier bij moeten helpen, maar na een tijdje voelt jouw zoon of dochter hopelijk zelf aan dat hij of zij overprikkeld raakt. Het kan helpen om dit gevoel een naam en een plaats te geven. Bijvoorbeeld de drukte die ze vooral voelen in hun hoofd of vooral in hun buik en zullen ze eerder benoemen als angst. Zodra jouw zoon of dochter zelf kan herkennen wanneer ze overprikkeld raken, spreek dan af hoe ze jou kunnen waarschuwen en wat ze er zelf of met jou samen aan kunnen doen. Bijvoorbeeld door te zeggen “nu is het te druk” of “ik hoor teveel”. Probeer als eerste altijd om zo snel mogelijk uit de situatie weg te gaan. Kan je echt niet weggaan dan kan je deze tips proberen:
- Bij teveel beelden: leg een deken over het hoofd van je zoon of dochter of laat ze hun capuchon opzetten
- Bij teveel geluid: geef een mp3 speler met hun favoriete muziek die de andere geluiden kan overstemmen of zet gehoorbescherming op.
- Bij teveel gevoel (denk aan een tochtje met een boot bijvoorbeeld): laat je zoon of dochter iets stevig vast houden en zich daarop concentreren. Bij sommigen helpt het om stevig te knuffelen met iemand, maar bij anderen kan dit juist averechts werken!
- Bij teveel smaak (dit kan ook een nare nasmaak zijn): laat ze iets bekends eten dat een simpele smaak heeft. Zorg bijvoorbeeld dat je altijd wat water bij je hebt of een droge cracker.
- Bij teveel mensen: laat je zoon of dochter “onderduiken” onder bijvoorbeeld weer een deken zodat niemand met ze hoeft te praten.
- Soms helpt het om een kalmerend ritueel te hebben. Bijvoorbeeld even samen een kort liedje zingen of even stevig knuffelen. Dan kan alle aandacht even daarnaartoe gaan en op die manier worden de andere prikkels overstemd en dus buitengesloten.
Dit zijn allemaal maar tijdelijke oplossingen voor overprikkeling. Het beste werkt het nog steeds om te proberen om de storende prikkels te verminderen of weg te halen.